Huisarts Jacqueline de Wit: ‘samenwerking huisartsen en GGZ is essentieel’

Huisarts Jacqueline de Wit is begin dit jaar met pre-pensioen gegaan. Ze heeft zich jarenlang ingezet voor verbetering van de samenwerking tussen huisartsen en GGZ, eerst als lid van de GGZ-werkgroep van de HKAA en daarna als voorzitter van de Stuurgroep & Adviesgroep GGZ van de Amsterdamse Huisartsenalliantie. Ze kijkt met genoegen terug op haar werkzaamheden.

Haar route naar het huisartsenvak is grillig. “Tijdens de geneeskundestudie wilde ik al huisarts worden”, blikt Jacqueline terug. “Eerst was de opleiding vol en daarna werd ik uitgeloot.” Nadat ze voor de tweede keer was uitgeloot, kon ze in opleiding in Duitsland. Eerst werd die buitenlandse opleiding niet erkend, dat gebeurde pas nadat de artsenopleidingen in Europees verband gelijk werden gesteld. “Toen kon ik eindelijk in Nederland aan de slag als huisarts. Ik wilde graag bij een gezondheidscentrum om gezamenlijk te kunnen werken aan verbeterprocessen in de wijk. Dus ik was blij met de aanstelling in Gezondheidscentrum BanneBuiksloot. De spreekuren waren daar heel afwisselend, met veel contacten. In deze achterstandswijk vragen mensen veel hulp en hebben dat ook nodig. Ik was echt gehecht aan mijn patiënten.”

Is dat ook de reden voor je inzet in de GGZ?

Eerlijk geeft ze aan: “Het was geen echt bewuste keuze. Ik werd in 2002 gevraagd voor de GGZ-werkgroep van de Huisartsenkring Amsterdam. Ook toen was er al veel aan de hand in de GGZ, een ever-continuing story. Dat boeide me al snel. Steeds met elkaar kijken wat we konden betekenen, aan welke knoppen we konden draaien om stapjes voorwaarts te zetten. Daarbij was er uiteraard ook overleg met de GGZ. Soms kwamen daar ideeën vandaan waar wij -zacht uitgedrukt- niet van gecharmeerd waren. Dan probeerden we diplomatiek hen ervan te overtuigen dat het anders zou kunnen. Dus bijvoorbeeld geen uitgebreid systeem dat de huisartsen moeten invullen.”

Glimlachend: “Als het nodig was, zochten we ook de publiciteit. Zoals bij de sluiting van een grote GGZ-instantie in Nieuw West die hulpverlening bood aan migranten. Toen voelden wij ons echt in de steek gelaten door de zorgverzekeraars, het gaat om een kwetsbare groep die zelf hun stem niet laat horen.”

Hoe kijk je terug op de GGZ-werkgroep?

Gedecideerd: “Als een zinvolle tijd, met veel ontwikkelingen. Al vanaf het begin was het niet makkelijk om de mensen de juiste hulp te laten krijgen. Soms zat je als huisarts met je handen in het haar, dan ging je maar zelf bellen om toch iets voor elkaar te krijgen. Eerst zat het maatschappelijk werk nog in ons gezondheidscentrum, daar hadden we veel aan. Maar door gemeentelijk beleid werd dat voor de hele stad per wijk één loket en dan ontstaat er meer afstand. Een heel goede ontwikkeling daarna was de komst en de financiering van de POH-GGZ. Inmiddels hebben bijna alle Amsterdamse huisartsenpraktijken een POH-GGZ. Je kunt als huisarts in mijn optiek ook niet meer zonder deze professionals. In de werkgroep en adviesgroep hebben we de POH-GGZ goed op de kaart gezet, voor deze groep scholingen ontwikkeld, en de regiocarrousel opgezet zodat ze elkaar leren kennen en kennis kunnen uitwisselen.”

“Daarnaast hebben we een FTO-scholing over antipsychotica ontwikkeld, samenwerkingsafspraken opgesteld, terugverwijsafspraken voor de chronische GGZ, WegwijsGGZ gestimuleerd, ondersteund en uitgerold, overleggen gehouden met andere spelers, zoals Amsterdam Vitaal & Gezond, zorgverzekeraars, enzovoort.”

Ze vervolgt bescheiden: “Ik was maar een klein schakeltje in het geheel, hoor. Het was steeds een kwestie van samen optrekken, wat kunnen we voor de Amsterdamse huisartsen betekenen in het kader van de GGZ-hulp? Met de inbreng ieders eigen expertise en ervaring. Elaa biedt daarbij een fantastische ondersteuning. Zelf heb ik veel contact gehad met Elaa-adviseur Mirjam Kohinor, we hebben veel overlegd en op het moment suprême de nodige puntjes op de i gezet. Dat was heel fijn.”

Wat vind je op dit moment belangrijke ontwikkelingen?

Jacqueline: “In ieder geval het ‘verkennende gesprek’ en de ‘brede intake’. Een gesprek voor mensen bij wie de huisarts een verwijzing naar de GGZ overweegt en bij wie ook problemen op andere levensterreinen spelen. Dus kijken naar wat iemand echt nodig heeft. WegwijsGGZ vind ik ook een mooie tool voor huisartsen.”

Peinzend vervolgt ze: “Wat in mijn optiek beter kan, is de financiering. In Amsterdam gaat de helft van het geld naar de vrijgevestigde GGZ, de andere helft naar de instellingen. Die GGZ-instellingen leveren zwaardere hulp, moeten aan allerlei landelijke afspraken en eisen voldoen en zijn vertegenwoordigd in allerlei overleggen. De vrijgevestigden daarentegen zijn niet vertegenwoordigd in de overleggen, hoeven niet te voldoen aan die landelijke criteria en een aantal van hen heeft zelfs de website niet op orde. Dat is een gekke en voor huisartsen ook lastige situatie.”

Wat is je wens voor de toekomst?

Glimlachend: “Dat zijn er meerdere, mag dat ook? Allereerst een goede gezondheid en welzijn voor alle Amsterdammers en dat ze de zorg én hulp krijgen die ze nodig hebben. Dat mensen het weer leuk vinden om in de GGZ te werken, zodat er voldoende personeel is. Dat huisartsen zich gesteund voelen in de GGZ-problematiek en ook met plezier hun werk kunnen blijven doen. En, last but not least, dat GGZ niet alleen op de politieke agenda staat, maar dat de vele woorden daarover ook gepaard gaan met doortastende daden.”

 

Deel dit bericht

Meer weten? Bel of mail met

Gerelateerd nieuws

De wijkgerichte brede aanpak W in de Wijk (voorheen GGZ in de wijk) zorgt ervoor dat mensen met...

Door de wachtlijsten in de gespecialiseerde zorg ontstaat er een stuwmeer in de eerstelijnszorg....

Er is een nieuwe voorziening in Amsterdam, waar mensen met psychische klachten terecht kunnen in...

Via Welzijn op Recept kunnen huisartsen Amsterdammers met psychosociale problemen verwijzen naar...